“Ik heb een achtergrond als verpleegkundige en heb bij meerdere zorgorganisaties gewerkt. Daar vond ik niet wat ik zocht. Mijn eerste ervaringen met nachtzorg deed ik op bij het Rode Kruis. Ik merkte dat dit goed bij mijn persoonlijk dag- en nachtritme past; ik ben een avond- en nachtmens. Ook biedt nachtzorg mij structuur. Ik werk steeds 4 à 5 nachten en ben daarna een aantal dagen vrij.”
Maar er zijn meer positieve kanten. Boyd: ”Bij Daelzicht krijgen we veel verantwoordelijkheid. We staan met zes begeleiders paraat voor alle bewoners van ons terrein in Heel. Voor onze locatie Savelberg in Koningslust (Noord-Limburg) hebben we een apart team voor de nachtzorg. Bij een calamiteit is het goed puzzelen wie wat doet en welke beslissingen we nemen. Dat is heel uitdagend en afwisselend. Ook heb je in de nacht meer tijd voor de bewoners die dan wakker zijn. Bovendien is nachtzorg goed te combineren met de zorg overdag. Ik werk zelf overdag op Daelzicht-locatie Cocon met een groep bewoners met moeilijk verstaanbaar gedrag en die combinatie bevalt me prima!”
“Totaal onverwacht was de uitkomst: nachtzorg! Ik was enorm gecharmeerd van de diversiteit in de nacht en ook van de doelgroepen waarvan ik dacht dat ik daar geen affiniteit mee had. Juist daar zag ik hoe waardevol de nachtzorg is. Even die warme zorg bij een wisselligging, de lach op dat gezicht van de bewoner als hij of zij een verschoning krijgt of in een andere houding mag verder slapen. De rust die we terug zien komen bij een cliënt die bang is voor onweer. De hulpvraag is heel divers: het springt van het een in het ander en dat is enorm leuk. In de nacht zie je ook ander gedrag bij cliënten dan overdag, ze zitten in een ander ritme en jij zelf ook. Soms is de hulpvraag heel klein, maar de uitkomst enorm groot.“
“Buiten al die leuke dingen die je tegenkomt in de nacht brengt de nachtzorg mij zelf ook enorm veel rust. Ik werk gemiddeld 10 diensten in een maand. Oké, dat is even wennen met ‘erin gaan en eruit komen’; de omschakeling tussen dag en nacht. Maar daar tegenover staat zoveel meer vrije tijd. Die besteed ik aan mijn gezin maar vooral ook voor mezelf. Voorheen stond ik 24/7 aan en dat kun je niet altijd van jezelf verlangen. Nog steeds ga ik 100% voor de bewoners en heb ik een groot hart voor de zaak. Maar ik zorg vooral nu eerst goed voor mezelf zodat ik als “nachtuiltje” top kan presteren.”